Ontdek al wandelend de sagen & Mythes

Veel ongerepte natuur, dat is wat alle Top Trails of Germany met elkaar gemeen hebben. In vroegere tijden was die natuur soms bedreigend, angstaanjagend en onvoorspelbaar. Door verhalen te vertellen over mysterieuze gebeurtenissen, natuurfenomenen of ongebruikelijke verschijnselen, gaven mensen betekenis aan hun wereld. Deze verhalen, waarin historische feiten werden verweven met fantasie zijn een spiegel van de angsten en dromen van onze voorouders. Ontdek de mystieke natuur en sages en legendes over jonkvrouwen, roofridders, duivels en heksen langs iconische wandelroutes in Duitsland.

Aan het firmament

Een avondwandeling op de Lüneburger Heide heeft iets mystieks. Een nog intensere natuurbelevenis biedt een wandeling met gids bij volle maan. Zo’n 2 uur lang zijn de wandelaars onderweg in de natuur. De gids wijst op bijzonderheden die in de nachtelijke natuur verborgen liggen. Deze tochten worden in verschillende plaatsen aangeboden. Niet minder mooi is het om de fonkelende sterrenhemel op de Heidschuckenweg bij bijna absolute duisternis te ervaren. Ver weg van de bewoonde wereld worden soms sterrenkijkavonden aangeboden, begeleid door een deskundige. Een geweldige mogelijkheid om de sterren te observeren.

Aan de voet van Burg Teck (eindpunt etappe 8) op de Albsteig, diep onderin het ‘Sibyllenloch’, woonde Sibylle, een mooie en wijze vrouw die veel goeds deed voor de mensen. Haar drie zonen waren echter van een ander slag. Ze vielen boeren lastig en beroofden handelsreizigers. Uit verdriet over haar zonen verliet Sibylle haar ondergrondse kasteel. Op een gouden wagen, getrokken door twee reusachtige katten, reed ze op een avond door de lucht het dal in en werd nooit meer gezien. Elk jaar, als de akkergewassen beginnen te rijpen, is aan het firmament het spoor van haar wagen, dat ‘Sibyllenspur’ wordt genoemd, duidelijk zichtbaar.

Schwäbischer Alb Tourismus

Eifel Tourismus, Mützenich

Legendarische Figuren

Bij Hamelen zullen de meeste mensen meteen denken aan de rattenvanger van Hamelen. Hij verloste de stad van een rattenplaag door op zijn fluit te spelen. Toen de inwoners weigerden te betalen, nam hij wraak door hun kinderen met zijn betoverende muziek weg te lokken. Ze verdwenen spoorloos in een grot en werden nooit meer teruggezien. In het seizoen vindt op vrijdag en zaterdag een stadswandeling als eenmans-theaterstuk plaats. De haveloze en slimme rattenvanger neemt de bezoekers mee naar de donkere middeleeuwen. Een bijzondere belevenis aan het einde van etappe 10 op de Weserbergland-Weg.

Volgens de legende verdwaalde keizer Karel de Grote tijdens een jachtpartij vanuit zijn residentie in Aken in het Hohe Venn. Hij moest de nacht doorbrengen op een grote kwartsietrots, die nu bekendstaat als 'Kaiser Karls Bettstatt'. Deze rots is een geliefde picknickplaats voor wandelaars. Er is een kleine schuilhut en er zijn meerdere zitplaatsen rondom de steen, waar een holte de plaats aanduidt waar de keizer zijn hoofd te ruste legde. Een perfecte plek voor een pauze tijdens een wandeling op etappe 2 van de Eifelsteig.

De oude sage van Hüttenmatths wordt al generaties lang in het Erzgebirge verteld. Het verhaal gaat over de Russische tsaar Peter I, die in september 1711 de Saigerhütte Grünthal bezocht. Vervolgens verdween de ‘Hammerverwalter’ Matthes op mysterieuze wijze en zijn plaats zou zijn ingenomen door een grote, zwarte hond. Aan het eind van het verhaal springt de zwarte hond op de rug van een wandelaar om zich een eindje te laten meedragen. Deze oeroude sage is vooral bekend in Olbernhau, het eindpunt van etappe 4 van de Kammweg Erzgebirge-Vogtland

Duivels, heksen en heiligen

De Große Wolfstein is een indrukwekkende basaltformatie op etappe 8 van de Westerwaldsteig in de buurt van Bad Marienberg. Volgens de legende wilde de duivel een trap naar de hemel bouwen. Toen hij vanuit Kirburg met basaltstenen richting Marienberg vloog, brak zijn van wilgentakken gemaakte touw en vielen de stenen naar beneden, waardoor een grote steenhoop ontstond. Sommigen geloven dat de Wolfstein vroeger een Keltische cultusplaats was. Deze mystieke plek trekt veel bezoekers die van natuur en legendes houden.

Ook in het Nationaal Park Beierse Woud gaat het er duivels aan toe. De Goldsteig leidt op etappe N17 wandelaars naar het ‘Teufelsloch’ bij de Lusen: een diepe, smalle kloof vol ruige rotsblokken. Volgens de overlevering woont hier een afschuwelijk monster, mogelijk de duivel zelf. Hij zou voorbijgangers bekogelen met gloeiende dennenappels, die in het niets oplossen. Het ‘Teufelsloch’ is een huiveringwekkende plek, vooral als het monster door de bomen slingert en zijn vreselijke geschreeuw laat horen. Gelukkig biedt de Lusen ook een vrolijker avontuur: je kunt er de ‘Himmelsleiter’ beklimmen, met aan de voet ervan een bijzonder kunstwerk: een boot van groen glas.

Aan het einde van etappe 4 op de Altmühltal-Panoramaweg herdenkt het Heksenmonument op de Galgenberg de heksenvervolgingen in de 16e en 17e eeuw. Dit was de plek waar vroeger recht werd gesproken en vonnissen werden uitgevoerd. Dit gedenkteken staat op de plek waar vele onschuldige mensen, voornamelijk vrouwen, ter dood zijn gebracht onder beschuldiging van hekserij. Het monument symboliseert de strijd tegen onrecht en intolerantie. In Eichstätt krijg je tijdens een rondleiding alles te horen over de heksenvervolging en rechtspraak en maak je kennis met een wereld vol mythen en legendes.

In Löffingen op etappe 2 van de Schluchtensteig hangt een opmerkelijke crucifix van een vrouw aan het kruis. Deze St. Kümernis stamt uit een kapel die mogelijk op de plek van de oude Martinskerk stond, die in 1823 werd gesloopt. Thaddäus Meßmer kocht het sloopmateriaal en het terrein; de inventaris ging naar elders. Hij gebruikte de stenen om de huidige Gasthof Linde te bouwen. Na enige tijd had de familie Meßmer een ongeluk in de stal. Ze kochten het beeld terug en plaatsten het op de stalzolder. In heilige nachten hoorden ze de voetstappen van een grote groep mensen. Vervolgens liet de familie Meßmer het beeld in een nis in de muur van het kerkhof plaatsen. Het werd door veel pelgrims bezocht, vooral jonge vrouwen en moeders met opgroeiende dochters.

 

Westerwald Touristik Service, Bad Marienberg, A. Pacek

Harzer Tourismusverband

Roofridders, prinsessen en alchemisten

De grootste attractie van de Roßtrappe, een imposant granietblok op etappe 5 van de Harzer-Hexen-Stieg, is een legendarische hoefafdruk, waaraan de berg zijn naam dankt. Volgens de sage werd prinses Brunhilde achtervolgd door de woeste ridder Bodo van Bohemen, die tegen haar wil met haar wilde trouwen. Op de vlucht maakte Brunhilde op haar paard een sprong over een diepe afgrond, waarbij haar schimmel een hoefafdruk achterliet. Bodo viel met zijn paard in de rivier en bewaakt sindsdien als zwarte hond Brunhildes kroon die ze bij haar sprong over het ravijn verloor. De rivier de Bode is naar hem vernoemd.

In een document uit 1688 wordt het ‘Bruderloch’, een grot bij Kandern in het Zwarte Woud, beschreven als verblijfplaats van een kluizenaar. De legende van deze grot, eindpunt van etappe 10 west op de Westweg-Schwarzwald vertelt over een Venetiaanse kloosterbroeder. Deze broeder, die op de vlucht was, zou hebben geprobeerd goud te maken met een mysterieuze vloeistof en onedele metalen. Volgens overleveringen wist hij van een verborgen schat, bewaakt door een zwarte poedel. De schat werd nooit gevonden en de broeder verdween spoorloos na zijn arrestatie in Basel, waar hij zijn goud wilde verkopen.

Lang geleden lag de zee veel dichter bij het Teutoburger Woud dan nu. Tijdens grote stormvloeden drong het water ver het land binnen. Aan de rand van het Woud woonde een arme weduwe met haar twee kinderen. Op een dag kwam de oudste zoon thuis en riep: ‘Moeder! Het water!’ De vrouw pakte snel haar kinderen en rende naar de top van het Teutoburger Woud. Uitgeput zakte ze in elkaar en bad: ‘Heer, red mijn kinderen!’ God verhoorde haar gebed en veranderde haar in een rots, waarop de kinderen veilig waren. Langs deze zandsteenrots – de Dörenther Klippen – kom je op etappe 2 van de Hermannshöhen.

Op de Ginsburg, op etappe 5 van de Rothaarsteig, heerste de eenogige roofridder Hans Hübner.  Zodra hij een handelaar of ruiter zag, begon de jacht en velen verloren hun bezittingen. Hübner misleidde zijn achtervolgers door zijn paard omgekeerde hoefijzers te geven. Uiteindelijk ving graaf Christian van Dillenburg hem. Met een krachtige slag brak het zwaard van de graaf op Hübners helm. Met een vloek stierf Hübner en zijn bende werd verdreven. Hübner ligt begraven onder een eik, waar zijn geest als een uil zou verschijnen.

Roofridders, prinsessen en alchemisten

De grootste attractie van de Roßtrappe, een imposant granietblok op etappe 5 van de Harzer-Hexen-Stieg, is een legendarische hoefafdruk, waaraan de berg zijn naam dankt. Volgens de sage werd prinses Brunhilde achtervolgd door de woeste ridder Bodo van Bohemen, die tegen haar wil met haar wilde trouwen. Op de vlucht maakte Brunhilde op haar paard een sprong over een diepe afgrond, waarbij haar schimmel een hoefafdruk achterliet. Bodo viel met zijn paard in de rivier en bewaakt sindsdien als zwarte hond Brunhildes kroon die ze bij haar sprong over het ravijn verloor. De rivier de Bode is naar hem vernoemd.

In een document uit 1688 wordt het ‘Bruderloch’, een grot bij Kandern in het Zwarte Woud, beschreven als verblijfplaats van een kluizenaar. De legende van deze grot, eindpunt van etappe 10 west op de Westweg-Schwarzwald vertelt over een Venetiaanse kloosterbroeder. Deze broeder, die op de vlucht was, zou hebben geprobeerd goud te maken met een mysterieuze vloeistof en onedele metalen. Volgens overleveringen wist hij van een verborgen schat, bewaakt door een zwarte poedel. De schat werd nooit gevonden en de broeder verdween spoorloos na zijn arrestatie in Basel, waar hij zijn goud wilde verkopen.

Lang geleden lag de zee veel dichter bij het Teutoburger Woud dan nu. Tijdens grote stormvloeden drong het water ver het land binnen. Aan de rand van het Woud woonde een arme weduwe met haar twee kinderen. Op een dag kwam de oudste zoon thuis en riep: ‘Moeder! Het water!’ De vrouw pakte snel haar kinderen en rende naar de top van het Teutoburger Woud. Uitgeput zakte ze in elkaar en bad: ‘Heer, red mijn kinderen!’ God verhoorde haar gebed en veranderde haar in een rots, waarop de kinderen veilig waren. Langs deze zandsteenrots – de Dörenther Klippen – kom je op etappe 2 van de Hermannshöhen.

Op de Ginsburg, op etappe 5 van de Rothaarsteig, heerste de eenogige roofridder Hans Hübner.  Zodra hij een handelaar of ruiter zag, begon de jacht en velen verloren hun bezittingen. Hübner misleidde zijn achtervolgers door zijn paard omgekeerde hoefijzers te geven. Uiteindelijk ving graaf Christian van Dillenburg hem. Met een krachtige slag brak het zwaard van de graaf op Hübners helm. Met een vloek stierf Hübner en zijn bende werd verdreven. Hübner ligt begraven onder een eik, waar zijn geest als een uil zou verschijnen.

Harzer Tourismusverband

Harzer Tourismusverband

Roofridders, prinsessen en alchemisten

De grootste attractie van de Roßtrappe, een imposant granietblok op etappe 5 van de Harzer-Hexen-Stieg, is een legendarische hoefafdruk, waaraan de berg zijn naam dankt. Volgens de sage werd prinses Brunhilde achtervolgd door de woeste ridder Bodo van Bohemen, die tegen haar wil met haar wilde trouwen. Op de vlucht maakte Brunhilde op haar paard een sprong over een diepe afgrond, waarbij haar schimmel een hoefafdruk achterliet. Bodo viel met zijn paard in de rivier en bewaakt sindsdien als zwarte hond Brunhildes kroon die ze bij haar sprong over het ravijn verloor. De rivier de Bode is naar hem vernoemd.

In een document uit 1688 wordt het ‘Bruderloch’, een grot bij Kandern in het Zwarte Woud, beschreven als verblijfplaats van een kluizenaar. De legende van deze grot, eindpunt van etappe 10 west op de Westweg-Schwarzwald vertelt over een Venetiaanse kloosterbroeder. Deze broeder, die op de vlucht was, zou hebben geprobeerd goud te maken met een mysterieuze vloeistof en onedele metalen. Volgens overleveringen wist hij van een verborgen schat, bewaakt door een zwarte poedel. De schat werd nooit gevonden en de broeder verdween spoorloos na zijn arrestatie in Basel, waar hij zijn goud wilde verkopen.

Lang geleden lag de zee veel dichter bij het Teutoburger Woud dan nu. Tijdens grote stormvloeden drong het water ver het land binnen. Aan de rand van het Woud woonde een arme weduwe met haar twee kinderen. Op een dag kwam de oudste zoon thuis en riep: ‘Moeder! Het water!’ De vrouw pakte snel haar kinderen en rende naar de top van het Teutoburger Woud. Uitgeput zakte ze in elkaar en bad: ‘Heer, red mijn kinderen!’ God verhoorde haar gebed en veranderde haar in een rots, waarop de kinderen veilig waren. Langs deze zandsteenrots – de Dörenther Klippen – kom je op etappe 2 van de Hermannshöhen.

Op de Ginsburg, op etappe 5 van de Rothaarsteig, heerste de eenogige roofridder Hans Hübner.  Zodra hij een handelaar of ruiter zag, begon de jacht en velen verloren hun bezittingen. Hübner misleidde zijn achtervolgers door zijn paard omgekeerde hoefijzers te geven. Uiteindelijk ving graaf Christian van Dillenburg hem. Met een krachtige slag brak het zwaard van de graaf op Hübners helm. Met een vloek stierf Hübner en zijn bende werd verdreven. Hübner ligt begraven onder een eik, waar zijn geest als een uil zou verschijnen.

Roofridders, prinsessen en alchemisten

De grootste attractie van de Roßtrappe, een imposant granietblok op etappe 5 van de Harzer-Hexen-Stieg, is een legendarische hoefafdruk, waaraan de berg zijn naam dankt. Volgens de sage werd prinses Brunhilde achtervolgd door de woeste ridder Bodo van Bohemen, die tegen haar wil met haar wilde trouwen. Op de vlucht maakte Brunhilde op haar paard een sprong over een diepe afgrond, waarbij haar schimmel een hoefafdruk achterliet. Bodo viel met zijn paard in de rivier en bewaakt sindsdien als zwarte hond Brunhildes kroon die ze bij haar sprong over het ravijn verloor. De rivier de Bode is naar hem vernoemd.

In een document uit 1688 wordt het ‘Bruderloch’, een grot bij Kandern in het Zwarte Woud, beschreven als verblijfplaats van een kluizenaar. De legende van deze grot, eindpunt van etappe 10 west op de Westweg-Schwarzwald vertelt over een Venetiaanse kloosterbroeder. Deze broeder, die op de vlucht was, zou hebben geprobeerd goud te maken met een mysterieuze vloeistof en onedele metalen. Volgens overleveringen wist hij van een verborgen schat, bewaakt door een zwarte poedel. De schat werd nooit gevonden en de broeder verdween spoorloos na zijn arrestatie in Basel, waar hij zijn goud wilde verkopen.

Lang geleden lag de zee veel dichter bij het Teutoburger Woud dan nu. Tijdens grote stormvloeden drong het water ver het land binnen. Aan de rand van het Woud woonde een arme weduwe met haar twee kinderen. Op een dag kwam de oudste zoon thuis en riep: ‘Moeder! Het water!’ De vrouw pakte snel haar kinderen en rende naar de top van het Teutoburger Woud. Uitgeput zakte ze in elkaar en bad: ‘Heer, red mijn kinderen!’ God verhoorde haar gebed en veranderde haar in een rots, waarop de kinderen veilig waren. Langs deze zandsteenrots – de Dörenther Klippen – kom je op etappe 2 van de Hermannshöhen.

Op de Ginsburg, op etappe 5 van de Rothaarsteig, heerste de eenogige roofridder Hans Hübner.  Zodra hij een handelaar of ruiter zag, begon de jacht en velen verloren hun bezittingen. Hübner misleidde zijn achtervolgers door zijn paard omgekeerde hoefijzers te geven. Uiteindelijk ving graaf Christian van Dillenburg hem. Met een krachtige slag brak het zwaard van de graaf op Hübners helm. Met een vloek stierf Hübner en zijn bende werd verdreven. Hübner ligt begraven onder een eik, waar zijn geest als een uil zou verschijnen.

Harzer Tourismusverband

Harzer Tourismusverband

Roofridders, prinsessen en alchemisten

De grootste attractie van de Roßtrappe, een imposant granietblok op etappe 5 van de Harzer-Hexen-Stieg, is een legendarische hoefafdruk, waaraan de berg zijn naam dankt. Volgens de sage werd prinses Brunhilde achtervolgd door de woeste ridder Bodo van Bohemen, die tegen haar wil met haar wilde trouwen. Op de vlucht maakte Brunhilde op haar paard een sprong over een diepe afgrond, waarbij haar schimmel een hoefafdruk achterliet. Bodo viel met zijn paard in de rivier en bewaakt sindsdien als zwarte hond Brunhildes kroon die ze bij haar sprong over het ravijn verloor. De rivier de Bode is naar hem vernoemd.

In een document uit 1688 wordt het ‘Bruderloch’, een grot bij Kandern in het Zwarte Woud, beschreven als verblijfplaats van een kluizenaar. De legende van deze grot, eindpunt van etappe 10 west op de Westweg-Schwarzwald vertelt over een Venetiaanse kloosterbroeder. Deze broeder, die op de vlucht was, zou hebben geprobeerd goud te maken met een mysterieuze vloeistof en onedele metalen. Volgens overleveringen wist hij van een verborgen schat, bewaakt door een zwarte poedel. De schat werd nooit gevonden en de broeder verdween spoorloos na zijn arrestatie in Basel, waar hij zijn goud wilde verkopen.

Lang geleden lag de zee veel dichter bij het Teutoburger Woud dan nu. Tijdens grote stormvloeden drong het water ver het land binnen. Aan de rand van het Woud woonde een arme weduwe met haar twee kinderen. Op een dag kwam de oudste zoon thuis en riep: ‘Moeder! Het water!’ De vrouw pakte snel haar kinderen en rende naar de top van het Teutoburger Woud. Uitgeput zakte ze in elkaar en bad: ‘Heer, red mijn kinderen!’ God verhoorde haar gebed en veranderde haar in een rots, waarop de kinderen veilig waren. Langs deze zandsteenrots – de Dörenther Klippen – kom je op etappe 2 van de Hermannshöhen.

Op de Ginsburg, op etappe 5 van de Rothaarsteig, heerste de eenogige roofridder Hans Hübner.  Zodra hij een handelaar of ruiter zag, begon de jacht en velen verloren hun bezittingen. Hübner misleidde zijn achtervolgers door zijn paard omgekeerde hoefijzers te geven. Uiteindelijk ving graaf Christian van Dillenburg hem. Met een krachtige slag brak het zwaard van de graaf op Hübners helm. Met een vloek stierf Hübner en zijn bende werd verdreven. Hübner ligt begraven onder een eik, waar zijn geest als een uil zou verschijnen.